De kenmerken en uitgangspunten van het Montessorionderwijs
Klassen
In alles klassen op een montessorischool zitten altijd drie leeftijdsgroepen leerlingen door elkaar. Dit is volgens Maria Montessori essentieel voor de ontwikkeling van een kind. In een gezin zijn de kinderen namelijk ook omringd met oudere en jongere kinderen. Ook kunnen de kinderen zich op deze manier spiegelen met andere kinderen. Elk kind op de school heeft dus een periode waarin hij de oudste is, een periode waarin hij de middelste is en een periode waarin hij de jongste is. Die klassen worden de onderbouw, middenbouw en bovenbouw genoemd.
In de klas word gewerkt met speciale lesmaterialen, die speciaal betrekking hebben tot leerlingen met leeftijden van de verschillende bouwen. Het gaat in het begin vooral om ontwikkelingsmateriaal. Pas later gaat het ook over didactisch materiaal. Ook word er onderscheid gemaakt tussen zintuiglijk materiaal, taal- en rekenmateriaal (dit word gedurende het doorlopen van de verschillende bouwen staads moeilijker), en materiaal voor het kosmische onderwijs.
De speciaal opgeleide leerkracht
In Nederland moet iedere leerkracht die les wil geven aan een basisschool in het bezit zijn van een diploma. Daarnaast moeten ze in het bezit zijn van een montessori-diploma voor basisonderwijs. Sommige leiders of leidster halen dit diploma tegelijk met hun 'algemene' diploma aan een dagopleiding. Anderen halen hun montessoridiploma achteraf aan een avondopleiding of ze hebben hun diploma in het buitenland gehaald.
Je leert ook hoe je een klas moet inrichten voor een bepaalde leeftijdsgroep, op welke manier je er les moet geven, hoe je kinderen moet observeren en hoe je zelf leermiddelen kunt maken voor de groep kinderen die je begeleidt.
Geen cijfers maar zelfcorrectie
Elke leerling doet iets anders en elke leerling mag dus zelf weten wat hij of zij doet. Daardoor wordt het kind gemotiveerd omdat hij of zij zelf mag kiezen wat ze gaan doen.
De leerkracht houdt een registratie bij waarin wordt vastgelegd wat een kind gedaan heeft en hoe het datgene wat gekozen werd verwerkt heeft. Ouders kunnen over de ontwikkeling van hun kind met de leerkracht van gedachten wisselen.
In veel gevallen zullen de kinderen zelf hun werk corrigeren aan de hand van antwoordkaarten of -bladen, die in de groep aanwezig zijn. Ook de leermiddelen, het ontwikkelingsmateriaal voor kinderen is zo ontworpen, dat informatie krijgen over de manier waarop ze met het materiaal omgaan.
Materiaal
De leermiddelen, waarmee het kind werkt, worden materiaal genoemd. Maria Montessori heeft samen met haar medewerkers alle materialen bedacht en uitgewerkt.
Toen Maria overleed namen haar werknemers haar werk over en maakte haar ideeën af. Het materiaal is geen handig hulpmiddel in de hand van een leerkracht die het kind wat leert, maar het heeft de eigenschap dat het kind, dat het zelfstandig hanteert, er na een korte introductie zichzelf wat mee leert. De korte introductie heet de individuele les.
Informatie van de site http://www.montessori.nl/54/kenmerken.html
Maak jouw eigen website met JouwWeb